Ik wil boer worden5

Ik wil boer worden', dat zeggen niet meer veel kinderen die op een boerderij wonen.

Budelman bezocht hen op het thuisbedrijf, waar zij haar rondleidden en met haar in gesprek gingen. De portretten van de kinderen laten zien dat ze vaak worstelen met hoe het in de toekomst moet, als ze boer worden. En het laat zien hoezeer ze van de dieren en het leven op de boerderij houden. Allemaal voelen ze dat het iets speciaals is, wonen op een boerderij.

De achtergrond is dat er steeds minder opvolgers zijn. Iedere dag stoppen in de EU 1.000 boeren met hun bedrijf. Dit zijn vooral jonge boeren. In Nederland stoppen er dagelijks gemiddeld drie bedrijven per dag. De recente kabinetsplannen voor het terugdringen van de stikstofuitstoot zullen ertoe leiden dat de veestapel over een jaar of tien met zo'n 30% kleiner is. De boeren protesteren heftig, vooral tegen de mogelijkheid van gedwongen opkoop van hun bedrijven door de overheid.
Met een samenleving die steeds kritischer wordt over de boeren neemt de maatschappelijke waardering af, wat psychische gevolgen heeft voor veel boeren. Het aantal zelfmoorden onder boeren neemt toe en ligt boven het landelijke gemiddelde.
Budelman maakte de serie omdat ze de emotionele generatielange binding met de grond en het bedrijf wil laten zien. Zij mist in het publieke debat, waar boeren vooral gezien worden als veroorzakers van schade aan het milieu en dierenwelzijn, dat het boerenbedrijf geen kille economische activiteit is. Kinderen van 10-12 jaar zijn jong genoeg om nog te kunnen dromen, terwijl ze tegelijkertijd de realiteit van het boerenleven ook meekrijgen.