Michel Pellanders volgt van 1972 tot 1978 een opleiding aan de Rietveld Academie en van 1978 tot 1980 aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Na zijn opleiding is hij regelmatig gastdocent aan verschillende academies. Hij werkt mee aan boeken, foto-opdrachten, documentaires en tentoonstellingen. In zijn werk staat de mens centraal. Onderwerpen als ‘werk’ en ‘sociale processen’ keren terug in de documentaire Nachtarbeid(1980) en in boeken als De kater van het gelijk, In het spoor van Heijenbrock en Flirt. Ook houdt hij zich veel bezig met buitenlandse culturen. De film Maan, oerwoud, vuur, aarde (1990) en het boek 'Mekarõn' gaan over Amazone-indianen. Samen met Marion Hoekveld maakt hij de boeken 'Mekarõn', 'Awi' (2000) en 'Tsanga-tsanga-na'. Zijn werk was onder meer te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam, het Museum voor Volkenkunde in Rotterdam en het Cultuurcentrum in Antwerpen. Pellanders was al vroeg geïnteresseerd in het thema automatisering en werk. In het boek 'In het teken van de robot' staan foto's, gemaakt in opdracht van het Rijksmuseum, uit de tijd dat nog niet op ieders bureau of tafel een pc stond te zoemen, maar er nog magnetische tapes werden gespoeld op grote machines in grote hallen.
